Wat?
De bicepsspier is gelegen vooraan aan de bovenarm. Ter hoogte van de elleboog hecht de biceps met één pees aan, net voorbij het ellebooggewricht aan de voorarm. Bovenaan thv de schouder zijn er 2 peesaanhechtingen, vandaar de naam BI-ceps (=latijn voor tweehoofdige spier). Eén van deze twee pezen loopt naar de "processus coracoideus", dit is een botuitsteeksel vooraan aan het schouderblad. De andere pees loopt in een groeve van de bovenarm en dan in het schoudergewricht, waar de pees aanhecht aan de bovenzijde van het schouderpannetje.
Er is dus een verbinding tussen de bicepspees en het schoudergewricht, waardoor ontstekingen of vochtophopingen IN het schoudergewricht ook zijn invloed hebben op de bicepspees zelf.
Aandoeningen?
BICEPSPEESTENDINITIS
Bicepspeestendinitis is een peesontsteking. 99% van alle bicepspeesontstekingen zijn secundair, dwz zijn een gevolg van ontsteking IN het schoudergewricht of zijn het gevolg van bicepspeesintstabiliteit. Gezien de communicatie met het gewricht (zie hierboven onder anatomie) heeft een vochtuitstorting of ontsteking in het schoudergewricht ook een onsteking van de bicepspees tot gevolg.
De patient klaagt typisch van pijn in de bovenarm over het verloop van de bicepspees en bicepsspier.
De behandeling van het onderliggende schouderprobleem leidt vanzelf tot het verdwijnen van de pijn en ontsteking.
In zeldzame gevallen kan er een zogenaamde "primaire" bicepspeestendinitis bestaan. Het gaat hier dan om een klassieke peesontsteking die dan ook alsdusdanig dient behandeld te worden. Men gebruikt hiervoor ontstekingswerende medicatie, kinesitherapie, lokale ijsfricties en lokale inspuitingen met corticosteroiden.
BICEPSPEESINSTABILITEIT
Bicepspeesinstabiliteit betekent dat de bicepspees gedeeltelijk of geheel uit zijn groeve kan komen of blijven. Men spreekt van bicepspeesinstabiliteit of subluxaties wanneer de pees in en uit de groeve verspringt. Men spreekt van een geluxeerde pees wanneer de pees niet meer in de groeve ligt.
Vaak ervaart de patient een plotse pijnscheut in de schouder of bovenarm, die uitgelokt wordt door typische draaibewegingen, ook van de voorarm.
In milde gevallen kan een infiltratie helpen, maar bij in de meeste gevallen dient een bicepspeestenodesis uitgevoerd te worden. Via arthroscopie wordt de bicepspees losgemaakt van het schouderpannetje en bovenaan de bovenarm in de bicepsgroeve vastgezet met een schroef of een anker. Uitwendig is er niets te zien; ook funktioneel zijn er hiervan geen gevolgen. De revalidatie duurt wel 6 - 8 weken.
BICEPSPEESSCHEUR
Bicepspeesrupturen thv de schouder komen vaak samen met rupturen van de rotator cuff voor. Zie hiervoor het hoofdstuk over rotator cuff hechtingen. Soms kunnen zij geisoleerd voorkomen, vnl bij intense arbeid of zware sporten.
Indien de ruptuur onvolledig is, of indien de ruptuur vers is, kan zij in selectieve gevallen geopereerd worden. Men doet dan een bicepspeestenodesis (zie hierboven).
Meestal verkiest men nochtans geen herstelprocedure uit te voeren: quasi altijd geeft dit na enkele maanden geen belangrijke hinder, aangezien er nog een tweede pees bestaat naar de processus coracoideus. Daarenboven kan een bestaande ruptuur (meer dan enkele dagen oud) technisch niet hersteld worden.
Soms geeft een bicepspeesruptuur aanleiding tot een zogenaamd "Popeye sign": er is een meer uitgesproken "forsbal" zichtbaar aan de bovenarm bij het opspannen van de bicepsspier. Buiten het cosmetisch aspect heeft dit geen belangrijke gevolgen en leidt dit niet tot krachtsverlies.